Bijdrage Algemene Financiele Beschouwingen (31 oktober 2023)
Eerste termijn:
Voorzitter, dank u wel. Afgelopen vrijdag waren meer
dan 50 jongeren van 17 verschillende politieke en niet-politieke
jongerenorganisaties te gast in onze Kamer. Onze Voorzitter, de
Waarnemend Ombudspersoon voor Toekomstige Generaties Jan van de Venis en
een aantal van mijn collega-Kamerleden waren hierbij aanwezig. We
verwezen eigenlijk allemaal naar de Kinderen van de Staat, die over onze
schouder meekijken en ons aansporen om toekomstbestendige wetgeving te
maken. We spraken ruim twee uur met elkaar. Een van de belangrijkste
oproepen die ze aan ons deden, was: denk vooruit. Ze zeiden: denk na
over de consequenties die de wetten die jullie in dit huis aannemen voor
ons hebben, en niet alleen over 1 of 2 jaar, maar ook over 10, 20 of 50
jaar; denk niet alleen na over bestaanszekerheid, maar ook over onze
voortbestaanszekerheid, die hand in hand moet gaan met de maatregelen
die betrekking hebben op de bestaanszekerheid nu.
Mijn fractie is dan ook blij dat, hoewel we vandaag
natuurlijk een beleidsarme begroting bespreken, het kabinet de keuze
heeft gemaakt om de meest kwetsbare groepen extra te beschermen en
kinderarmoede niet te laten oplopen, ook niet in Caribisch Nederland. We
zijn blij met de specifieke maatregelen die hieraan bijdragen, zoals
het verhogen van de arbeidskorting, de huurtoeslag, kinderbudgetten en
dergelijke. Die zijn er specifiek op gericht dat armoede wordt voorkomen
en dat werkenden tot een modaal inkomen meer geld overhouden.
Voor een duurzame en welvarende toekomst voor ons
allemaal is het van belang om nu te investeren in innovatie en
onderzoek. We zouden toe moeten werken naar de Lissabondoelstelling om
3% van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden. Die
doelstelling halen we niet door geld dat bedoeld is voor oplossingen
voor de lange termijn in te zetten voor douceurtjes op de korte termijn.
Die doelstelling halen we wel door bedrijven betere toegang te geven
tot financiering om de transitie naar een nieuwe economie mogelijk te
maken. Dit kabinet kan daar nu al voorbereidingen voor treffen. Kan de
minister toezeggen om voor het einde van het jaar de
motie-Slootweg/Bontenbal uit te voeren?
Investeringen moeten samengaan met — het werd al eerder
genoemd vandaag — normeren en beprijzen. De regering maakt met wetten en
beleid duidelijk wat de norm is, beloont goed gedrag en verhoogt de
kosten van slecht gedrag. Daarom moeten fossiele subsidies worden
afgebouwd. Denk bijvoorbeeld aan innovatie en schone technieken. Mijn
fractie wacht dan ook met spanning de scenario's voor het afbouwen van
die subsidies af — dat is de motie-Boucke/Kröger — die voor kerst worden
verwacht. We verwachten dat het kabinet daarin ook de te verwachten
gedragseffecten meeneemt. In de beantwoording van onze vragen over de
gedragseffecten van de afbouw van fossiele subsidies geeft de minister
aan dat deze sterk afhankelijk zijn van de wijze van afbouw en de
handelingsperspectieven op verduurzaming of verplaatsing, maar ook dat
preciezere cijfers nog niet beschikbaar zijn. In zijn laatste onderzoek,
"Goede zaken. Naar een grotere maatschappelijke bijdrage van
ondernemingen" — er werd al eerder aan gerefereerd vandaag — schrijft de
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid dat er in zowel de
theoretische als de empirische literatuur geen eenduidige conclusies te
trekken zijn over weglekeffecten — het gaat hier specifiek om beprijzing
— maar dat wel blijkt dat er genoemde aantrekeffecten aan te wijzen
zijn. Kan de minister een onderzoek toezeggen naar theoretisch en
empirisch bewijs van de te verwachten weglek- en aantrekeffecten van de
afschaffing van fossiele subsidies?
Het werd al eerder genoemd: onder economen is er
eigenlijk altijd discussie over de 3%- en de 60%-norm voor de Europese
begrotingsregels. Mijn fractie vindt het belangrijk dat we oog houden
voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, zodat toekomstige
generaties dezelfde kansen krijgen als wij nu, of meer. Daarom willen we
investeren in voorstellen die de economie structureel versterken en de
overheidsfinanciën op lange termijn verbeteren. In de komende jaren
vinden we een begrotingstekort acceptabel als we daarmee investeren in
de toekomst van Nederland. Het niet doen van noodzakelijke uitgaven aan
de energie- en klimaattransitie zou namelijk ook een schuld doorschuiven
naar de volgende generaties. Het voorstel dat de minister met haar
Spaanse collega heeft gedaan, biedt lidstaten ruimte voor noodzakelijke
en landenspecifieke investeringen en behoudt de normen voor
tekortreductie, zodat wij de toekomstige generatie niet met een
onhoudbare schuld achterlaten.
Voorzitter. Ik gaf al aan dat we blij zijn dat we deze
beleidsarme begroting hier toch uitgebreid bespreken — mijn collegae
hebben daar al aan gerefereerd — want het budgetrecht van de Eerste
Kamer is een groot goed. Vandaar ook het kritische punt dat al eerder
gemaakt is, namelijk dat het jammer is dat wij hier in hele korte tijd
naar kijken. Gisteravond ontvingen wij de laatste overzichten. Ik sluit
me dan ook graag aan bij de opmerkingen van collega's Crone en Bovens.
We maken ons namelijk wel zorgen over die mogelijke gedragseffecten. De
heer Bovens vroeg net al om een overzicht, ook voor het bespreken van
het Belastingplan. Heel graag, maar neem daarbij ook alstublieft de
gedragseffecten van de door de Kamer gedane aanpassingen mee. Juist
omdat de Tweede Kamer de begroting zo ingrijpend veranderd heeft — het
begrotingstekort loopt op tot 3,1% — hadden we daar graag meer tijd voor
gehad. Collega's gaven het al aan: kijk naar de regeling voor
arbeidsmigranten en naar inkoop eigen aandelen en neem daarbij
alstublieft ook de te verwachten gedragseffecten en gedragsgevolgen mee.
Daarom zouden we de staatssecretaris graag vragen welke fiscale
maatregelen nog kunnen worden ingevoerd voor 1 januari, welke per 1 juli
en welke mogelijk later. Dit komt bij de bespreking van het
Belastingplan dan aan de orde. Juist omdat die behandeling ongeveer drie
weken voor de inwerkingtreding van een deel van de maatregelen
plaatsvindt, krijgen we graag zo snel mogelijk een overzicht.
Voorzitter. Mijn fractie is blij dat in deze begroting
uitgebreid wordt gesproken over het begrip "brede welvaart", maar het
baart ons nog wel zorgen dat de regering brede welvaart nog steeds niet
het uitgangspunt laat zijn voor de keuzes die gemaakt worden bij het
opstellen van de begroting. Mijn collega van de BBB refereerde daar ook
al aan. Bij het bespreken van het begrip "brede welvaart" in de
begroting lijkt het nu vooral te gaan over het hier en nu. Wij missen
het elders en later. In de beantwoording van onze vraag over het
formuleren van indicatoren voor brede welvaart refereert de minister aan
het financieel jaarverslag van het Rijk over 2022, aan de factsheet van
het Centraal Planbureau. Zeer interessant en belangrijk, maar wederom
voornamelijk een terugblik. Al sinds 2018 vraagt deze Kamer om brede
welvaart te integreren in de Miljoenennota, juist ook om een vooruitblik
op later op te nemen. Vorig jaar zegde de minister toe deze Kamer te
informeren over de voortgang van het integreren van de brede welvaart in
de begroting. Deze informatie hebben wij nog niet ontvangen.
Verder geeft de minister in de beantwoording van mijn
vraag aan dat het eigenlijk niet mogelijk is en ook nergens in de wereld
gebeurt om de kwantitatieve effecten van de begroting op de brede
welvaart te meten. Vorig jaar gaf zij gelukkig zelf tijdens het debat al
aan dat "nergens in de wereld" waarschijnlijk te grote woorden zijn en
dat het vast wel ergens gebeurt. We spraken toen over voorbeelden uit
andere landen als het ging om het plannen van de begroting op basis van
de Sustainable Development Goals. Juist omdat wij in Nederland zulke
uitstekende planbureaus kennen, ziet mijn fractie hier voor Nederland
een voortrekkersrol weggelegd.
Als laatste punt bij dit onderwerp staat mijn fractie
nog graag stil bij de impact van ons beleid op de rest van de wereld:
het elders. De heer Crone refereerde er ook al even aan. Wij zijn er
voorstander van dat in de effecten van ons beleid op de brede welvaart,
en dus in deze Miljoenennota, ook de rest van de wereld wordt
meegenomen, oftewel: wat is onze voetafdruk in de wereld? Inmiddels
staat Nederland op plek 161 van de 166 landen in de SDG Spillover Index.
Deze index geeft aan hoe het beleid en de uitvoering ervan door landen
een positief of negatief effect heeft op het vermogen van andere landen
om de duurzame ontwikkelingsdoelen te behalen. Nederland scoort al jaren
als een van de slechtste landen, met name door stikstof, CO2-uitstoot, het exporteren van plastic afval en de fiscaal vaak nog zeer gunstige regels voor bepaalde bedrijven.
Voorzitter. In aansluiting op dit punt over de brede
welvaart het volgende. Mijn fractie is teleurgesteld dat de brief die de
minister vorig jaar tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen aan
mijn voorganger Joris Backer heeft toegezegd over gender budgeting, er
nog steeds niet is. Gender budgeting wordt weliswaar één keer in het
Financieel Jaarverslag van het Rijk in 2022 genoemd, maar dat is geen
invulling van de toezegging van vorig jaar. Daarin werd een brief
toegezegd waarin zou worden aangegeven hoe het kabinet voortgang maakt
met zowel de invulling van brede welvaart in de begroting in het
algemeen, als gender budgeting in het bijzonder. Het woord "gender" komt
niet één keer voor in de 125 pagina's van de Miljoenennota, ook niet in
het kader van de brede welvaart. Mijn fractie kan dan ook niet anders
concluderen dan dat er geen stappen zijn gezet om de begroting
gendersensitiever te maken. Graag een reactie van de minister.
Voorzitter, ik rond af. Ik begon mijn betoog vandaag met
de belangrijke bijeenkomst met jongeren die wij hier hadden. Daarmee
stipte ik het belang van representatie aan. Dit waren mijn eerste
Algemene Financiële Beschouwingen en het zijn de laatste van deze
minister. Het viel mij op dat ik vandaag in de Kamer de enige vrouw ben
die spreekt. Gelukkig is het kabinet wat dat betreft beter
vertegenwoordigd. Ik spreek dan ook de hoop uit dat we hier volgende
keer met wat meer vrouwen het debat zullen voeren, maar ik begrijp dat
dat gelukkig bij de bespreking van het Belastingplan al het geval is.
Dank u wel.
Tweede termijn:
Dank u wel, voorzitter. Dan zal ik proberen om het
altijd over representatie en vertegenwoordiging in de Kamer te hebben.
Maar goed, allereerst wil mijn fractie de bewindspersonen en hun
medewerkers graag bedanken voor alle uitvoerige antwoorden op onze
vragen. Wat betreft het afschaffen van de fossiele subsidies zijn we
heel erg blij met de gemaakte impactanalyses, maar zouden we toch graag
de toezegging krijgen dat er ook nog onderzoek wordt gedaan naar wat er
in de wetenschap al bekend is over de weglek- en aantrekeffecten van
soortgelijk beleid, juist omdat er in de beantwoording van de vragen
werd aangegeven dat preciezere cijfers over de impact nog niet
beschikbaar zijn.
Wat betreft het overzicht van de consequenties van de
door de Tweede Kamer aangenomen fiscale maatregelen sluit ik me graag
aan bij de vorige sprekers. Dank voor de toezegging van het overzicht
van de effecten ter voorbereiding op het Belastingplan. Maar we hopen
dat de staatssecretaris ook de verwachte gedragseffecten, en de effecten
op innovatie en ondernemerschap in Nederland wil meenemen.
We spraken vandaag heel uitgebreid over brede welvaart
en het baseren van de Miljoenennota op de indicatoren voor brede
welvaart. We snappen dat dit tijd kost, en om onderzoek en
zorgvuldigheid vraagt, maar we vragen de minister om ons toe te zeggen
dat we ook daadwerkelijk proactief van deze stappen op de hoogte
gehouden worden.
Dan mijn laatste punt. Dank aan de minister voor de
reactie op de nog niet ontvangen brief over gender budgeting. We zullen
de excuses aan Joris Backer overbrengen. Wij gaven in de eerste termijn
al aan dat het eenmaal noemen van gender budgeting in het financieel
jaarverslag voor ons echt niet voldoende is. We zijn blij dat de
minister aangaf dat er bij nieuw beleid ook gekeken wordt naar de
effecten van het beleid op gender. Doelt de minister daarbij op het
Beleidskompas? Hoe wordt dat dan ook gebruikt bij het opstellen van de
Miljoenennota? Want wanneer wij spreken over gender budgeting, dan
hebben wij het over het doordesemen van gender in het budgettaire
proces, oftewel het bevorderen van gelijkheid tussen mannen en vrouwen
in alle stappen van het begrotingsproces. Daarom ontvangen wij alsnog
graag de brief die de vorige keer is toegezegd.
Dank.