Senate

In June 2023 Willemijn Aerdts became a member of the Senate of the Dutch parliament. She is a member of the following committees: Europe, Finance, Economic Affaris & Climate, Agriculture, Nature and Foodquality, Intelligence- and Security services and Medical ethical matters. She is the vice-chairperson of D66 in the senate.

Bijdrage Algemene Financiele Beschouwingen (31 oktober 2023)

Eerste termijn:

Voorzitter, dank u wel. Afgelopen vrijdag waren meer dan 50 jongeren van 17 verschillende politieke en niet-politieke jongerenorganisaties te gast in onze Kamer. Onze Voorzitter, de Waarnemend Ombudspersoon voor Toekomstige Generaties Jan van de Venis en een aantal van mijn collega-Kamerleden waren hierbij aanwezig. We verwezen eigenlijk allemaal naar de Kinderen van de Staat, die over onze schouder meekijken en ons aansporen om toekomstbestendige wetgeving te maken. We spraken ruim twee uur met elkaar. Een van de belangrijkste oproepen die ze aan ons deden, was: denk vooruit. Ze zeiden: denk na over de consequenties die de wetten die jullie in dit huis aannemen voor ons hebben, en niet alleen over 1 of 2 jaar, maar ook over 10, 20 of 50 jaar; denk niet alleen na over bestaanszekerheid, maar ook over onze voortbestaanszekerheid, die hand in hand moet gaan met de maatregelen die betrekking hebben op de bestaanszekerheid nu.

Mijn fractie is dan ook blij dat, hoewel we vandaag natuurlijk een beleidsarme begroting bespreken, het kabinet de keuze heeft gemaakt om de meest kwetsbare groepen extra te beschermen en kinderarmoede niet te laten oplopen, ook niet in Caribisch Nederland. We zijn blij met de specifieke maatregelen die hieraan bijdragen, zoals het verhogen van de arbeidskorting, de huurtoeslag, kinderbudgetten en dergelijke. Die zijn er specifiek op gericht dat armoede wordt voorkomen en dat werkenden tot een modaal inkomen meer geld overhouden.

Voor een duurzame en welvarende toekomst voor ons allemaal is het van belang om nu te investeren in innovatie en onderzoek. We zouden toe moeten werken naar de Lissabondoelstelling om 3% van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden. Die doelstelling halen we niet door geld dat bedoeld is voor oplossingen voor de lange termijn in te zetten voor douceurtjes op de korte termijn. Die doelstelling halen we wel door bedrijven betere toegang te geven tot financiering om de transitie naar een nieuwe economie mogelijk te maken. Dit kabinet kan daar nu al voorbereidingen voor treffen. Kan de minister toezeggen om voor het einde van het jaar de motie-Slootweg/Bontenbal uit te voeren?

Investeringen moeten samengaan met — het werd al eerder genoemd vandaag — normeren en beprijzen. De regering maakt met wetten en beleid duidelijk wat de norm is, beloont goed gedrag en verhoogt de kosten van slecht gedrag. Daarom moeten fossiele subsidies worden afgebouwd. Denk bijvoorbeeld aan innovatie en schone technieken. Mijn fractie wacht dan ook met spanning de scenario's voor het afbouwen van die subsidies af — dat is de motie-Boucke/Kröger — die voor kerst worden verwacht. We verwachten dat het kabinet daarin ook de te verwachten gedragseffecten meeneemt. In de beantwoording van onze vragen over de gedragseffecten van de afbouw van fossiele subsidies geeft de minister aan dat deze sterk afhankelijk zijn van de wijze van afbouw en de handelingsperspectieven op verduurzaming of verplaatsing, maar ook dat preciezere cijfers nog niet beschikbaar zijn. In zijn laatste onderzoek, "Goede zaken. Naar een grotere maatschappelijke bijdrage van ondernemingen" — er werd al eerder aan gerefereerd vandaag — schrijft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid dat er in zowel de theoretische als de empirische literatuur geen eenduidige conclusies te trekken zijn over weglekeffecten — het gaat hier specifiek om beprijzing — maar dat wel blijkt dat er genoemde aantrekeffecten aan te wijzen zijn. Kan de minister een onderzoek toezeggen naar theoretisch en empirisch bewijs van de te verwachten weglek- en aantrekeffecten van de afschaffing van fossiele subsidies?

Het werd al eerder genoemd: onder economen is er eigenlijk altijd discussie over de 3%- en de 60%-norm voor de Europese begrotingsregels. Mijn fractie vindt het belangrijk dat we oog houden voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, zodat toekomstige generaties dezelfde kansen krijgen als wij nu, of meer. Daarom willen we investeren in voorstellen die de economie structureel versterken en de overheidsfinanciën op lange termijn verbeteren. In de komende jaren vinden we een begrotingstekort acceptabel als we daarmee investeren in de toekomst van Nederland. Het niet doen van noodzakelijke uitgaven aan de energie- en klimaattransitie zou namelijk ook een schuld doorschuiven naar de volgende generaties. Het voorstel dat de minister met haar Spaanse collega heeft gedaan, biedt lidstaten ruimte voor noodzakelijke en landenspecifieke investeringen en behoudt de normen voor tekortreductie, zodat wij de toekomstige generatie niet met een onhoudbare schuld achterlaten.

Voorzitter. Ik gaf al aan dat we blij zijn dat we deze beleidsarme begroting hier toch uitgebreid bespreken — mijn collegae hebben daar al aan gerefereerd — want het budgetrecht van de Eerste Kamer is een groot goed. Vandaar ook het kritische punt dat al eerder gemaakt is, namelijk dat het jammer is dat wij hier in hele korte tijd naar kijken. Gisteravond ontvingen wij de laatste overzichten. Ik sluit me dan ook graag aan bij de opmerkingen van collega's Crone en Bovens. We maken ons namelijk wel zorgen over die mogelijke gedragseffecten. De heer Bovens vroeg net al om een overzicht, ook voor het bespreken van het Belastingplan. Heel graag, maar neem daarbij ook alstublieft de gedragseffecten van de door de Kamer gedane aanpassingen mee. Juist omdat de Tweede Kamer de begroting zo ingrijpend veranderd heeft — het begrotingstekort loopt op tot 3,1% — hadden we daar graag meer tijd voor gehad. Collega's gaven het al aan: kijk naar de regeling voor arbeidsmigranten en naar inkoop eigen aandelen en neem daarbij alstublieft ook de te verwachten gedragseffecten en gedragsgevolgen mee. Daarom zouden we de staatssecretaris graag vragen welke fiscale maatregelen nog kunnen worden ingevoerd voor 1 januari, welke per 1 juli en welke mogelijk later. Dit komt bij de bespreking van het Belastingplan dan aan de orde. Juist omdat die behandeling ongeveer drie weken voor de inwerkingtreding van een deel van de maatregelen plaatsvindt, krijgen we graag zo snel mogelijk een overzicht.

Voorzitter. Mijn fractie is blij dat in deze begroting uitgebreid wordt gesproken over het begrip "brede welvaart", maar het baart ons nog wel zorgen dat de regering brede welvaart nog steeds niet het uitgangspunt laat zijn voor de keuzes die gemaakt worden bij het opstellen van de begroting. Mijn collega van de BBB refereerde daar ook al aan. Bij het bespreken van het begrip "brede welvaart" in de begroting lijkt het nu vooral te gaan over het hier en nu. Wij missen het elders en later. In de beantwoording van onze vraag over het formuleren van indicatoren voor brede welvaart refereert de minister aan het financieel jaarverslag van het Rijk over 2022, aan de factsheet van het Centraal Planbureau. Zeer interessant en belangrijk, maar wederom voornamelijk een terugblik. Al sinds 2018 vraagt deze Kamer om brede welvaart te integreren in de Miljoenennota, juist ook om een vooruitblik op later op te nemen. Vorig jaar zegde de minister toe deze Kamer te informeren over de voortgang van het integreren van de brede welvaart in de begroting. Deze informatie hebben wij nog niet ontvangen.

Verder geeft de minister in de beantwoording van mijn vraag aan dat het eigenlijk niet mogelijk is en ook nergens in de wereld gebeurt om de kwantitatieve effecten van de begroting op de brede welvaart te meten. Vorig jaar gaf zij gelukkig zelf tijdens het debat al aan dat "nergens in de wereld" waarschijnlijk te grote woorden zijn en dat het vast wel ergens gebeurt. We spraken toen over voorbeelden uit andere landen als het ging om het plannen van de begroting op basis van de Sustainable Development Goals. Juist omdat wij in Nederland zulke uitstekende planbureaus kennen, ziet mijn fractie hier voor Nederland een voortrekkersrol weggelegd.

Als laatste punt bij dit onderwerp staat mijn fractie nog graag stil bij de impact van ons beleid op de rest van de wereld: het elders. De heer Crone refereerde er ook al even aan. Wij zijn er voorstander van dat in de effecten van ons beleid op de brede welvaart, en dus in deze Miljoenennota, ook de rest van de wereld wordt meegenomen, oftewel: wat is onze voetafdruk in de wereld? Inmiddels staat Nederland op plek 161 van de 166 landen in de SDG Spillover Index. Deze index geeft aan hoe het beleid en de uitvoering ervan door landen een positief of negatief effect heeft op het vermogen van andere landen om de duurzame ontwikkelingsdoelen te behalen. Nederland scoort al jaren als een van de slechtste landen, met name door stikstof, CO2-uitstoot, het exporteren van plastic afval en de fiscaal vaak nog zeer gunstige regels voor bepaalde bedrijven.

Voorzitter. In aansluiting op dit punt over de brede welvaart het volgende. Mijn fractie is teleurgesteld dat de brief die de minister vorig jaar tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen aan mijn voorganger Joris Backer heeft toegezegd over gender budgeting, er nog steeds niet is. Gender budgeting wordt weliswaar één keer in het Financieel Jaarverslag van het Rijk in 2022 genoemd, maar dat is geen invulling van de toezegging van vorig jaar. Daarin werd een brief toegezegd waarin zou worden aangegeven hoe het kabinet voortgang maakt met zowel de invulling van brede welvaart in de begroting in het algemeen, als gender budgeting in het bijzonder. Het woord "gender" komt niet één keer voor in de 125 pagina's van de Miljoenennota, ook niet in het kader van de brede welvaart. Mijn fractie kan dan ook niet anders concluderen dan dat er geen stappen zijn gezet om de begroting gendersensitiever te maken. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter, ik rond af. Ik begon mijn betoog vandaag met de belangrijke bijeenkomst met jongeren die wij hier hadden. Daarmee stipte ik het belang van representatie aan. Dit waren mijn eerste Algemene Financiële Beschouwingen en het zijn de laatste van deze minister. Het viel mij op dat ik vandaag in de Kamer de enige vrouw ben die spreekt. Gelukkig is het kabinet wat dat betreft beter vertegenwoordigd. Ik spreek dan ook de hoop uit dat we hier volgende keer met wat meer vrouwen het debat zullen voeren, maar ik begrijp dat dat gelukkig bij de bespreking van het Belastingplan al het geval is.

Dank u wel.


Tweede termijn:

Dank u wel, voorzitter. Dan zal ik proberen om het altijd over representatie en vertegenwoordiging in de Kamer te hebben. Maar goed, allereerst wil mijn fractie de bewindspersonen en hun medewerkers graag bedanken voor alle uitvoerige antwoorden op onze vragen. Wat betreft het afschaffen van de fossiele subsidies zijn we heel erg blij met de gemaakte impactanalyses, maar zouden we toch graag de toezegging krijgen dat er ook nog onderzoek wordt gedaan naar wat er in de wetenschap al bekend is over de weglek- en aantrekeffecten van soortgelijk beleid, juist omdat er in de beantwoording van de vragen werd aangegeven dat preciezere cijfers over de impact nog niet beschikbaar zijn.

Wat betreft het overzicht van de consequenties van de door de Tweede Kamer aangenomen fiscale maatregelen sluit ik me graag aan bij de vorige sprekers. Dank voor de toezegging van het overzicht van de effecten ter voorbereiding op het Belastingplan. Maar we hopen dat de staatssecretaris ook de verwachte gedragseffecten, en de effecten op innovatie en ondernemerschap in Nederland wil meenemen.

We spraken vandaag heel uitgebreid over brede welvaart en het baseren van de Miljoenennota op de indicatoren voor brede welvaart. We snappen dat dit tijd kost, en om onderzoek en zorgvuldigheid vraagt, maar we vragen de minister om ons toe te zeggen dat we ook daadwerkelijk proactief van deze stappen op de hoogte gehouden worden.

Dan mijn laatste punt. Dank aan de minister voor de reactie op de nog niet ontvangen brief over gender budgeting. We zullen de excuses aan Joris Backer overbrengen. Wij gaven in de eerste termijn al aan dat het eenmaal noemen van gender budgeting in het financieel jaarverslag voor ons echt niet voldoende is. We zijn blij dat de minister aangaf dat er bij nieuw beleid ook gekeken wordt naar de effecten van het beleid op gender. Doelt de minister daarbij op het Beleidskompas? Hoe wordt dat dan ook gebruikt bij het opstellen van de Miljoenennota? Want wanneer wij spreken over gender budgeting, dan hebben wij het over het doordesemen van gender in het budgettaire proces, oftewel het bevorderen van gelijkheid tussen mannen en vrouwen in alle stappen van het begrotingsproces. Daarom ontvangen wij alsnog graag de brief die de vorige keer is toegezegd.

Dank.

Bijdrage debat Voorjaarsnota (11 juli 2023)

Eerste termijn:

Voorzitter. Ook ik feliciteer graag de heren Griffioen, Martens en Bovens met hun maidenspeech. Om nog even stil te staan bij mijn eigen maidenspeech van twee weken geleden, waarin ik onder andere stilstond bij het belang van representatie: het viel me wel op dat ik van de tien sprekers vandaag de enige vrouw ben. Gelukkig zijn we vanuit het kabinet wél goed vertegenwoordigd.

Vandaag is natuurlijk een bijzonder moment om te spreken over de Voorjaarsnota. Eerdere sprekers stonden daar ook al bij stil. Fracties gaven van tevoren aan vooral iets te willen meegeven voor de onderhandelingen over de Miljoenennota, in augustus van dit jaar, en natuurlijk te willen spreken over de suppletoire begrotingen. Maar vrijdag is, met de val van het kabinet, de context van dit debat compleet veranderd. Wat onze fractie betreft willen we onze inbreng dan ook beperkt houden. Nederland heeft geen tijd voor politieke stilstand. Het klimaat wacht niet. Mensen die dieper wegzakken in armoede kunnen niet wachten. Mensen die wachten op compensatie naar aanleiding van de toeslagenaffaire kunnen niet langer wachten. Daarom wil de D66-fractie hier de minister graag ook oproepen om géén volledig beleidsarme begroting in te dienen.

De minister begint de Voorjaarsnota met de vaststelling dat er grote uitdagingen zijn, onder andere op het gebied van klimaat, onderwijs en de woningmarkt, die vragen om ambitieuze investeringen voor de toekomst en voor toekomstige generaties. Mijn fractie vreest, gezien de ontstane situatie, voor vertraging of stilstand op deze noodzakelijke investeringen. Kan de minister aangeven welke investeringen en uitgaven volgens haar niet kunnen wachten tot er een nieuw kabinet is? Juist als het bijvoorbeeld gaat om het bestrijden van armoede met een uitgebreid koopkrachtpakket, om het klimaatbeleid en om het leveren van hulp aan mensen wereldwijd, hopen wij dat de minister niet terughoudend zal zijn bij het opstellen van de begroting.

Voorzitter. Aansluitend op de punten die de vorige sprekers al hebben gemaakt, wil ik over de suppletoire begroting van Sociale Zaken graag nog het volgende zeggen. Wij zijn heel blij met de maatregelen die de minister al heeft getroffen als het gaat om armoedebestrijding, zoals de verhoging van het minimumloon met 10%, de energietoeslag, de verhoging van de zorgtoeslag en de verhoging van het kindgebonden budget. In de voorliggende aanvullende begroting zitten maatregelen die juist de koopkracht van de meest kwetsbare groepen ondersteunen en daarmee een positieve bijdrage leveren aan het bestrijden van armoede, ook op de lange termijn. Om een paar voorbeelden te noemen: ik denk aan de energietoeslag voor studenten, de bijdrage tegen laaggeletterdheid, de subsidieregeling financiële educatie, de verhoging van de onderstandskas Caribisch Nederland en de eenmalige impuls kinderopvang BES-eilanden. Daarom zal mijn fractie voor deze begrotingen stemmen. Ik wil de andere fracties ertoe oproepen om dat ook te doen.

Voorzitter. Een ander punt dat mijn fractie graag zou aanstippen in dit debat is dat wij graag meer zouden willen aansluiten bij het Europees semester. De heer Martens ging hier ook al op in. In navolging van de Raad van State riep de D66-fractie er al eerder toe op om meer samenhang te creëren tussen de uitgavenontwikkeling in het verleden en de toekomstplannen, gecombineerd met andere informatie van bijvoorbeeld de planbureaus, om vervolgens het stabiliteits- en hervormingsprogramma bij de Europese Commissie in te dienen. Zo zouden we meer in de pas lopen met het Europese begrotingssemester. Ik sluit dan ook graag aan bij de vraag die de heer Martens hier al eerder over stelde.

Ten tweede wil D66 dat het raamwerk van begrotingsregels en de begroting investeringen faciliteren. In het verleden waren de begrotingsregels te strikt en de EU-fondsen te nauw gericht. Wij denken daar anders over dan eerdere sprekers. Wij pleiten ervoor dat de lidstaten de ruimte krijgen om noodzakelijke investeringen te doen in het kader van de energietransitie, klimaat, onderwijs, innovatie en sociale voorzieningen. D66 ziet tekortreductie niet als de enige manier om voor houdbare overheidsfinanciën te zorgen. Er zijn situaties denkbaar waarin investeringen juist nodig zijn om de economie op de lange termijn gezond te houden. Denk aan die investeringen in het klimaat. Het verleden, bijvoorbeeld de eurocrisis, heeft ons geleerd dat bezuinigingen op het verkeerde moment schadelijk kunnen zijn voor de economie en dat de crisis daardoor wordt versterkt. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Concluderend zou ik graag uitspreken dat mijn fractie hoopt dat de demissionair minister op Prinsjesdag een begroting zal presenteren die niet geheel beleidsarm is, met name op het gebied van armoedebestrijding, en dat zij zich ervoor zal blijven inzetten om betere aansluiting te vinden bij het Europees semester, zodat wij als Eerste Kamer in de gelegenheid worden gesteld om ons budgetrecht ten volle uit te oefenen.

Dank u wel.


Tweede

Bijdrage debat Implementatie Europese Klimaatwet (maidenspeech) (27 juni 2023)

Voorzitter,


Het is een voorrecht om hier vandaag het woord te mogen voeren, mijn eerste keer in deze Kamer. Des te meer omdat we hier vandaag een wet bespreken die mij na aan het hart gaat, niet in de minste plaats omdat ik zelf twee jonge kinderen heb en de wetgeving die we hier vandaag behandelen directe invloed heeft op het leven van Julie & Max in de toekomst.

Maar het gaat natuurlijk niet alleen om onze eigen kinderen. Op 18-jarige leeftijd mocht ik de Nederlandse jongeren vertegenwoordigen tijdens de Kindertop van de Verenigde Naties. Het was in de tijd van de conservatieve George W. Bush. Het recht op reproductieve gezondheid werd in twijfel getrokken en beperkt (soms lijkt het wel of de tijden herleven). In mijn speech in de zaal van de Algemene Vergadering zei ik dan ook dat we niet moeten ontkennen dat jongeren seks hebben, dat toegang tot seksuele voorlichting en voorbehoedsmiddelen van levensbelang zijn en dat kinderen en jongeren betrokken moeten worden bij de het maken van beleid dat hen aangaat. Representatie doet ertoe! Maar ook toen, in 2002, werd al expliciet de aandacht gevraagd voor het beschermen van onze aarde voor kinderen.

Later werd ik lid van de Worldconnectors. Deze opvolger van de commissie Claus zet zich onder andere in om de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties te behalen. Een van de concrete projecten waar we ons op richtten was de ‘Ombudsman voor de toekomstige generaties’. Deze positie wordt nu concreet ingevuld door Jan van de Venis die zich onvermoeibaar inzet voor het meenemen van de belangen van de toekomstige generaties in huidig beleid.

Hij wees mij voor mijn installatie op het schilderij op het plafond van de Eerste Kamer op het Binnenhof. Daar kijken de kinderen vanuit de lucht op ons neer. En wanneer je nu via de Kazernestraat dit gebouw betreedt zie je een uitsnede van deze plafondschildering. En eigenlijk symboliseert dit mooi hoe ik mijn rol als Eerste Kamerlid wil vervullen: een bijdrage leveren aan goede wetgeving, wetgeving die rechtmatig, uitvoerbaar en handhaafbaar is, zodat ook de toekomstige generaties hiervan de vruchten kunnen plukken. En hoewel we nu niet direct in deze zaal door de schildering aan de generaties worden herinneren, zien we gelukkig als wij naar boven naar de tribune kijken, elke dinsdagmiddag groepen jongeren van ProDemos die ons verantwoordelijk houden voor hun toekomst.

Voorzitter, in mijn andere werkzaamheden houd ik me als wetenschapper bezig met veiligheid. Meestal met veiligheid in de klassieke zin van het woord: gewapende conflicten, spionage, terroristische aanslagen. Maar veiligheid gaat veel verder dan dat. Het heeft de maken met sociale veiligheid, maar het gaat ook over klimaatveiligheid. Niet voor niets werd al in 2002 in het Outcome Document van de Kindertop al expliciet gesproken over het beschermen van de aarde voor de huidige en toekomstige generaties.[1] En ik zie ook de directe link tussen veiligheid in de klassieke zin van het woord en klimaatveiligheid: we hebben al gezien dat van verandering van het klimaat (bijvoorbeeld droogte, overstromingen en schaarste) een directe aanleiding voor conflict en onveiligheid kan zijn. De verandering van het klimaat heeft een grote impact. Op ons leven hier, maar ook op het leven van mens, dier en natuur op andere plekken in de wereld. En zeker op de generaties die na ons komen.

Als wetenschapper sta ik ook graag even stil bij twee boegbeelden als het gaat om wetenschappers in de politiek, Els Borst en Annelien Bredenoord. Els Borst benadrukte al het belang van het gebruiken van wetenschappelijke inzichten om problemen in de samenleving aan te pakken. Annelien Bredenoord sprak hierover tijdens de Els Borst Netwerklezing in mei van dit jaar en voegde hieraan toe dat om de grote vraagstukken van deze tijd, waaronder ik klimaatverandering schaar, op te lossen, je interdisciplinair moet samenwerken. En hoewel zij het belang van wetenschappelijk onderzoek benadrukte, gaf zij ook aan dat de wetenschap niet de legitimiteit heeft om uit de uiteindelijke, normatief-politieke keuzes te maken, dat moeten wij als politici doen.[2]

Voorzitter, en dat brengt mij bij de wet die vandaag op de agenda staat. Ik ben blij en trots dat minister Jetten deze ambitieuze Klimaatwet vandaag aan ons voorlegt. Dit wetsvoorstel brengt het Nederlandse beleid in overeenstemming met de emissie-reductie doelen uit de Europese Klimaatwet. Deze wet moet ervoor zorgen dat Nederland in 2050 klimaatneutraal is.

Ik heb de kritiek van de vorige sprekers gehoord: sommigen zijn bang dat de kosten niet opwegen tegen de lasten. Laat ik daar heel duidelijk over zijn: uit wetenschappelijk onderzoek (onder andere van Nobelprijswinnaar Stiglitz, blijkt: niets doen, of te weinig doen is altijd duurder en pakt op de lange termijn slechter uit voor alle betrokkenen.

Ik ben blij met de keuzes die deze minister durf te maken wanneer het gaat om het voeren van een ambitieus klimaatbeleid. Natuurlijk ben ik ook kritisch, ik heb de zorgen van de sprekers ook gehoord. Want met alleen het verhogen van de doelstellingen zijn we er niet. Maar met dit ambitieuze klimaatbeleid krijg ik in ieder geval steeds meer vertrouwen dat we ook echt aan de doelstellingen kunnen gaan voldoen. Want het opstellen van ambitieuze plannen is niet het doel, het daadwerkelijk behalen van deze doelstellingen wel!

In het Klimaatpakket zijn aanvullende maatregelen opgenomen, die ingevuld hadden moeten worden in het Landbouwakkoord. Graag vraag ik aan de minister wat de consequenties zijn voor het stuklopen van de onderhandelingen zijn voor de emissiereductie in de landbouw.

En daarbij vraag ik heel graag ook nog aandacht voor de (ongewilde) effecten die ons klimaatbeleid kan hebben op de wereld om ons heen, de heer Crone sprak daar ook al over. Tijdens de internationale conferentie over klimaatfinanciering die afgelopen week plaatsvond in Parijs gaven regeringsleiders aan dat landen niet zouden hoeven kiezen tussen het bestrijden van armoede en het aanpakken van klimaatverandering en dat hier nu ook eindelijk budget voor komt. De afspraken zijn al gemaakt tijdens de Klimaattop in Kopenhagen in 2009 (14 jaar geleden!), maar lijken dan nu ook daadwerkelijk uitgevoerd te gaan worden. Ik wil dan ook aan de minister vragen wat de implicaties zijn voor de Nederlandse regering. Hoeveel gaat Nederland, naar rato, bijdragen en hoe gaat de minister er ook voor zorgen dat dit geld, op korte termijn, beschikbaar gesteld gaat worden.

Maar dit fonds alleen is natuurlijk niet genoeg, wij hebben zelf ook de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het beleid dat wij voeren om klimaatverandering tegen te gaan, niet op een andere plekken in de wereld een negatief effect heeft. Nederland staat op de 160e (van de 163!) plek van de SDG spill over index[3]. Deze index geeft aan hoe het beleid en de uitvoering van het beleid door landen een positief of negatief effect heeft op het vermogen van andere landen om de SDGs te behalen. Nederland scoort al jaren als een van de slechtste landen, met name, door: stikstof, CO2 uitstoot, exporteren van plastic afval, en het zijn van een belastingparadijs. Graag zou ik aan de minister willen vragen hier concreet op in te gaan met betrekking tot de wet die vandaag voorligt.

En we spreken hier vandaag natuurlijk over de implementatie van de wet in het Europese deel van Nederland, maar ik zou hier vandaag toch ook graag kort stilstaan bij de impact van klimaatbeleid op de Caribische delen van ons koninkrijk. Graag vraag ik dan aan de minister om toe te lichten hoe hij bij de uitvoeren van deze wet, en daarmee het aangescherpte klimaatbeleid in brede zin, rekening te houden met specifieke impact op de Caribische eilanden.

Voorzitter, ik rond af. Dit was mijn eerste inbreng in uw Kamer. Het stemt mij vrolijk dat deze mocht gaan over een wet waar zoveel ambitie uitspreekt. Ik zie er naar uit om hieraan in de komende vier jaar in deze Kamer een bijdrage te mogen leveren. En ondanks dat we in deze zaal niet van boven in de gaten worden gehouden door de generaties die na ons zullen komen, zal ik hun belangen altijd meenemen in mijn werk voor deze Kamer.


[1] A world fit for children : (un.org), p. 3.

[2] https://d66.nl/elsborstnetwerk...

[3] https://dashboards.sdgindex.org/rankings/spillovers